Spring naar inhoud

Brief (194) uit Schiedam

augustus 1, 2020

Rommelde ik vanmorgen terwijl de
zon de aarde flink om de oren sloeg
wat in oude afgekeurde schrijfsels
van mij om na het stenen geleuter
in de vorige brief via dit gerommel
weer tot schrijven te komen over wat
er toe heeft te doen vond ik dit ‘son-
net’:

Penta(gon)versje

Zo ik onzichtbaar heb te zijn
Ik zou mijn huid betrekken
Wit/zwarte teintjes lekken
Ja wat haakjes heel vilein

Onder een vergaarmat proppen
Om dan gewoon als resultaart
Wat koppig en ook onvervaard
Bij u naar binnen willen hoppen

Maar ach serpentig sonnetuutje
Van jamberen al zo hevig vol
Alsook volta’s met een chuutje

Het is voorwaar geen pretjeslol
Vrede te blazen met een fluutje
Dus duim ik maar om bomgedol

Alsook ’n kuiltje met wat sjuutje


Geen idee meer waarom ik dit gedicht
geschreven heb, waarschijnlijk nog
een product uit de tijd dat ik danig op
Schrijfnet aanwezig was via internet.
Het zal wel iets zijn uit een sonnetten
wedstrijd waarmee ik wilde bewijzen
dat je met al die regeltjes van het son-
net toch iets buitensporigs kon maken
dat ver buiten die regels zwabberde/
donderjaagde en toch een tikje op een
sonnet leek, vandaar ook wellicht de
titel ‘Penta(gon)versje’.

Maar eh…

Nog wat ouds dan maar:

Deceptie

Ooit schreef ik een diggie getiteld ‘Als’*

Waarin een strofe met:

er geen verleden
meer gemaakt wordt
waarin grage stappen haken


Vond ik toen wel een aardige vondst,
dat grage bedoel ik. Kom ik in de ver-
zamelbundel van H. de Coninck dit
gedichtje tegen:

wolken zijn doeken
voor het bloeden
van de zon,

de schemering
is een zeer trage behandeling
van een grage wonde

Op de schroothoop dan maar, mijn
diggie?

Wel zou ik het zo geschreven hebben:

wolken zijn doeken
voor het bloeden
van de zon

schemering

een zeer trage
behandeling
van een grage wonde


Nu ja, de arrogantie om… Niet?

Okay, okay, de de na de zon weer terug
dan maar, het verlies van die verborgen
zonde is wat teveel van het goede alsook
het rijmel wat zomaar te verdwijnt.

Dus blijft het bestaande vers:

wolken zijn doeken
voor het bloeden
van de zon,


de schemering
is een zeer trage behandeling
van een grage wonde

Goed dat ie het niet meer kan zien,
onze Herman, hij zou het vast niet…

Een aardige gedachte in een matig
gedichtje, dat weer wel natuurlijk.


*Het hele “Als” gedichtje:

Als

bomen iel gewaaid zijn
vol met einde
en de lucht van aarde is
bewolkt

er geen verleden
meer gemaakt wordt
waarin grage stappen haken

de snelheid
van het heden
alleen nog op een stoel
wordt vastgelegd

als woorden schrijnen
in hun letters
van gedachte zinnen zonder zijn

als dan pas als het ware
knelt er woede
in geraamde ogen
ergens achter een gordijn







Geef een reactie

Plaats een reactie